In dit onderdeel wordt de benodigde weerstandscapaciteit (het totaal van alle kwantificeerbare risico's) vergeleken met de beschikbare weerstandscapaciteit. De verhouding tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit geeft de financiële weerbaarheid aan van de gemeente.
Met betrekking tot de benodigde weerstandscapaciteit is op te merken dat het een totaalbedrag is waarbij geen rekening is gehouden met een kans inschatting van het zich daadwerkelijk gelijktijdig voordoen van de risico’s. Zoals nu de vergelijking wordt gemaakt, is er voldoende beschikbare weerstandscapaciteit aanwezig als alle risico’s zich (gelijktijdig) daadwerkelijk voor zouden doen. Anderszins is op te merken dat er risico’s aanwezig zijn die niet reëel zijn in te schatten en daarom niet zijn gekwantificeerd.
De beschikbare weerstandscapaciteit ziet op middelen die zogezegd vrij zijn om in te zetten en niet geoormerkt zijn voor de uitvoering van het beleid. In overeenstemming met de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is dit van toepassing voor onderstaande onderdelen:
Confrontatietabel | Bedragen in € x 1.000 | |
|---|---|---|
Beschikbare weerstandsvermogen | 77.814 | |
- Algemene reserve | 20.250 | |
- Reserve grondexploitatie (excl. geraamde onttrekkingen) | 16.269 | |
- Vrije deel besteedbare bestemmingsreserves | 28.390 | |
- Stille reserves | 10.000 | |
- Onbenutte belastingcapaciteit | 2.760 | |
- Onvoorzien | 100 | |
- Saldo begroting 2026 | 45 | |
Benodigde weerstandscapaciteit | 15.383 | |
Weerstandsvermogen | 62.431 | |
Ratio weerstandsvermogen | 4,1 | |
De ratio van het weerstandsvermogen is hoger dan 1,0. Door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) is een beoordelingstabel weerstandsvermogen opgesteld. Is de ratio tussen 1,0 en 1,4 dan is de kwalificatie ‘voldoende’ van toepassing. Tussen 1,4 en 2,0 ‘ruim voldoende’ en vanaf 2,0 ‘uitstekend’. Naar deze beoordelingstabel is de kwalificatie ‘uitstekend’ van toepassing voor de gemeente.
