Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Kwantificeerbare risico’s

De top 10 kwantificeerbare risico's zijn als volgt:

1. Grondexploitatie

 Omschrijving risico
Het exploiteren van grond is risicovol. Het gaat vaak om langlopende exploitaties, waarbij schattingen gedaan worden. Bijvoorbeeld over marktontwikkelingen, ontwikkelsnelheid, kosten en opbrengsten. Op macro-economische ontwikkelingen, zoals de conjunctuur en rentestand hebben wij als gemeente geen invloed. Maar we kunnen deze ontwikkelingen wel signaleren en er goed op anticiperen. De gemeente Noordoostpolder heeft voor circa € 5,8 miljoen aan verliesvoorzieningen getroffen op de in exploitatie genomen bouwgronden (BIE’s). Daarmee zijn de financiële risico’s voor de grondexploitaties teruggebracht naar een acceptabel niveau onder de huidige waardering van de gronden. Verder is er binnen de Algemene Reserve Grondexploitatie (ARG) een bedrag van circa
€ 8,9 miljoen opgenomen als benodigde risicobuffer voor de BIE’s en de strategische gronden die onder de Materiële Vaste Activa (MVA) staan en toekomstige claims.
De gemeente Noordoostpolder hanteert voor de vennootschapsbelasting een consequente gedragslijn ten aanzien van de fiscale behandeling van (nieuwe) grondexploitaties. Deze gedragslijn is in afstemming met de Belastingdienst. De gehanteerde gedragslijn is reeds verwerkt in ingediende aangiften. Mocht de Belastingdienst een andere gedragslijn voorschrijven dan kan dit leiden tot een aangepast belastbaar bedrag en daarmee tot een ander – doorgaans hoger – af te dragen bedrag aan vennootschapsbelasting.

In de grondexploitatie Marknesse Zuid fase 3 worden op dit moment geen kavels verkocht. Dit komt door een hoger beroep dat over onder andere dit perceel speelt tussen de partij welke de grond heeft verkocht aan de gemeente en een eerdere eigenaar van de grond. In de rechtszaak wordt bepaald of het hoger beroep behandeld wordt of op de slaaprol blijft. Gezien de doorlooptijd van dit juridische dossier is het onduidelijk wanneer er kavels in Marknesse fase 3 verkocht kunnen worden. De gemeente hoopt dat er spoedig een positieve uitkomst is voor de mensen die nu in onzekerheid verkeren en in deze fase wonen. Het risicoprofiel is onzeker en niet te schatten (juridisch-financieel).

Oorzaak risico
Het gaat veelal over langlopende exploitaties, waarbij schattingen gedaan worden. Marktontwikkelingen, economische omstandigheden en inspraak van belanghebbende kunnen invloed hebben op de reëelheid van de inschattingen.

Mogelijk gevolg
Bij wijzigingen van marktontwikkelingen, economische omstandigheden en gevolgen van inspraak belanghebbenden kunnen de inschattingen moeten worden bijgesteld, hetgeen (belangrijke) effecten op het resultaat kan hebben.

Beheersmaatregel
[1] Wanneer er een tekort op een grondexploitatie wordt geprognosticeerd, dan wordt er direct een verliesvoorziening gevormd, ter grootte van dit volledige verlies.
[2] Er wordt een kwantitatieve risicowaardering uitgevoerd bij actieve grondexploitaties. Dit aan de hand van een Monte Carlo-analyse. Idem bij strategische gronden (MVA). In deze risicoanalyse wordt onder andere rekening gehouden met inflatie, langere looptijd grondexploitaties, lagere grondopbrengsten, renterisico en projectspecifieke risico's. Op deze wijze kan tijdig geanticipeerd worden op mogelijke tegenvallers door bijvoorbeeld de snelheid van de kaveluitgifte aan te passen en investeringen uit te stellen (bijvoorbeeld woonrijp maken). Ook wordt er gekeken of het programma nog voldoet aan de huidige marktvraag. Indien nodig kan hierop ingespeeld worden door de plannen tussentijds aan te passen.
[3] De grondexploitaties worden bij voorkeur klein gehouden qua omvang (meer overzichtelijk) en er wordt daar waar mogelijk een duidelijke fasering aangebracht. Hierdoor lopen de kosten en opbrengsten per fase zoveel mogelijk in elkaars pas.
[4] De gemeente volgt een consequente gedragslijn voor de fiscale behandeling van grondexploitaties. Inmiddels is de gemeente overgestapt naar een andere adviserende partij met meer feeling en ervaring ten aanzien van de VPB.

Omvang risico in euro’s:           € 8.598.074
Kans dat het risico plaatsvindt:                   Divers
Financieel effect in euro’s:           € 4.423.695

2. Tertiaire achtervang

Omschrijving risico
De gemeente staat garant voor leningen van de woningcorporaties. Woningcorporaties kunnen door deze garantstelling geld lenen tegen een lagere rente. De gemeente vervult een tertiaire achtervangfunctie. Dit betekent dat het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) eerst aansprakelijk wordt gesteld en de onderlinge waarborg van woningcorporaties (het zogenaamde obligo). Voor zover het WSW en het obligo niet kan bijdragen, zal de gemeente (25%) tezamen met het Rijk (50%) en overige Nederlandse gemeenten (25%) verplicht zijn om een renteloze lening te verstrekken aan het WSW. Daarom heet onze garantstelling een tertiaire (= 3e) garantstelling. Wij staan nu garant voor in totaal € 132 miljoen. Vanaf 1 augustus 2021 is het risico nog verder verlaagd door nieuwe generieke achtervangovereenkomsten, waarbij er veranderingen zijn aangebracht in de verdeling die ten gunste zijn van de gemeenten. De afgelopen jaren is er bij de gemeente geen beroep gedaan op de garantstellingen. Het risicoprofiel wordt als zeer laag geschat.

Oorzaak risico
Het betreft een externe risico die zich voordoet als woningcorporaties niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen en het Waarborgfonds en de onderlinge waarborg van woningscorporaties reeds zijn aangesproken.

Mogelijk gevolg
Aantrekken van leningen die vervolgens renteloos moeten worden verstrekt aan de woningbouwcorporaties en in het uiterste geval niet terugbetaald kunnen worden.

Beheersmaatregel
De beheersing van de geldleningen rust vooral bij de WSW. Met de corporaties zijn borgingsplafonds afgesproken. Het borgingsplafond is het bedrag dat een corporatie in een aangegeven periode maximaal mag lenen. Voor borging komen alleen activiteiten in aanmerking die behoren tot de bestedingsdoelen, zoals genoemd in de achtervang overeenkomst. Jaarlijks verstrekt de WSW een overzicht aan de gemeenten waarin de financiële ratio’s van de woningcorporaties zijn weergegeven inclusief vermelding van grenswaarden. Voor de corporaties waarin de gemeente in de achtervang staat zijn de werkelijke ratio’s allen (behoorlijk) gunstiger dan de grenswaarde.

Omvang risico in euro’s:           € 33.008.220
Kans dat het risico plaatsvindt:                   10%
Financieel effect in euro’s:           € 3.300.822

3. Jeugd

Omschrijving risico
Bij jeugdhulp spreken we over een openeinderegeling, omdat de inwoners altijd een beroep moeten kunnen doen op noodzakelijke zorg. De laatste twee jaren blijft het aantal unieke cliënten stabiel of neemt bij sommige zorg zelfs wat af. Dat geeft geenszins garantie dat deze trend doorzet, ook al zet de gemeente er, door middel van preventie, wel op in. We zien dat de zorgvraag vooral binnen de GGZ toeneemt. Onderzocht wordt of dit een trend is. We moeten ons bewust blijven dat het risico bestaat dat deze lasten kunnen fluctueren.
Mogelijk risico is dat de tarieven met de nieuwe contracten verder stijgen en hoger worden dan waar in de begroting rekening mee is gehouden.
In overleg met de “club van wijzen” en de VNG is door het Rijk een besparing op jeugdhulp doorgevoerd met ingang van 2026, dit als gevolg van de Hervormingsagenda jeugd. In hoeverre deze besparingen realistisch en haalbaar zijn is op dit moment lastig te duiden. De besparingen die gerealiseerd moeten worden door middel van de maatregelen zullen strak gemonitord worden door het Rijk. Het is nog niet duidelijk op welke wijze gemeenten structureel gecompenseerd worden, als de maatregelen niet de juiste uitwerking blijken te hebben .

Oorzaak risico
Jeugdhulp is een openeinderegeling. Meer duidelijkheid moet er nog komen over tariefstijgingen en welke gevolgen de aangepaste producten bij gezinshuizen, behandeld wonen en 3-milieu's  zal hebben op de financiën. Effectuering besparingen vanuit de Hervormingsagenda Jeugd is onzeker.

Mogelijk gevolg
Financiële tekorten m.n. als de effectuering van de beoogde besparingen onvoldoende zijn.

Beheersmaatregel
Er zijn diverse beheersmaatregelen om dit risico te mitigeren, zoals:
[1] Innovaties worden gemonitord om vast te stellen of ze werken.
[2] Bij de complexere casuïstiek vindt er vanuit meerdere expertises een nadere analyse plaats.
[3] Er wordt regie gevoerd op de noodzakelijkheid van de voorziening.
[4] Bij herindicatie wordt er bekeken op welke wijze er afgeschaald kan worden.
Echter blijft het een openeinderegeling, waarbij de instroom niet kan worden tegengehouden indien de zorg noodzakelijk wordt geacht.

Omvang risico in euro’s:           € 4.700.000
Kans dat het risico plaatsvindt:                   Divers
Financieel effect in euro’s:           € 3.290.000

4. Participatie en minimabeleid

Omschrijving risico
Bij het minimabeleid komen de eventuele tekorten voor het grootste deel voor rekening van de gemeenten. Rijksbeleid met uitgavenplafonds bepaalt hoeveel middelen de gemeente van het Rijk ontvangt om de kosten te dekken. De economie bepaalt uiteindelijk welke vragen de gemeente moet beantwoorden. Hierdoor bestaat het risico dat de uitgaven hoger worden dan waar gemeenten door het Rijk voor worden gecompenseerd.
Als de economische onzekerheid toeneemt, zal de vraag naar meer en vaker ondersteuning toenemen en zal het ook direct zijn weerslag vinden op de bijstandsuitkeringen.
Voor het bekostigen van de uitkeringen, ontvangen gemeenten binnen de participatiewet een gebundelde uitkering bekend onder de naam BUIG. Doordat hier sprake is van een landelijk budget met objectieve verdelingen kan het zijn dat het landelijk budget niet hoog genoeg is om de kosten te dekken, of dat de middelen niet toereikend zijn voor de specifieke situatie van onze gemeente. De vangnetregeling die hiervoor bedoeld is, waarin een deel van de tekorten wordt afgetopt, wordt in het volgende jaar pas uitgekeerd.
Sinds 2022 wordt de loonkostensubsidie (LKS) over de gemeenten niet meer verdeeld via het objectief verdeelmodel, maar op basis van de laatst bekende realisaties. Bij de vaststelling van het voorlopige LKS budget wordt uitgegaan van de realisaties twee jaar (T-2) voorafgaand van het budgetjaar. Bij het definitieve budget zal van de realisatie van het voorgaande jaar (T-1) worden uitgegaan. Bij een toenemende trend van LKS liggen de uitgaven boven de inkomsten. Hierbij is het risico aanwezig dat, wanneer de groei sterker is dan onze eigen verwachting, er een tijdelijk tekort ontstaat.
Bij het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) bestaan er financiële risico’s voor de gemeente. Bedrijfskredieten worden door de gemeente voorgefinancierd, hetgeen in het jaar erop weer wordt vergoed door het Rijk. In de jaren erna moet de gemeente 75% van de verstrekkingen weer terugbetalen, waarbij het risico aanwezig is dat de aflossingen door de ondernemers hierop achterblijft.
Voor overige inkomensregelingen geldt, dat er mogelijk sprake is van minder gebruik dan er in potentie rechthebbenden zijn. De begroting is gebaseerd op het werkelijke gebruik. Doordat mensen verder in de knel komen en/of omdat er op onderdelen acties worden gedaan om onze regelingen beter bekend te maken, kan er sprake zijn van toenemend gebruik. Ditzelfde geldt voor mogelijke verbeteringen, ten behoeve van de positie van onze inwoners, die voortvloeien uit lopende onderzoeken naar ons minimabeleid of onderdelen daarvan.

Oorzaak risico
Sprake van openeinderegelingen waarbij risico aanwezig is dat kosten niet geheel worden gedekt door de overheid.

Mogelijk gevolg
Met name door economische omstandigheden kan het beroep dat op de verschillende regelingen wordt gedaan tot hogere uitgaven leiden dan door de overheid wordt bekostigd.

Beheersmaatregel
Er zijn diverse beheersmaatregelen om dit risico te mitigeren, zoals:
[1] Door zoveel mogelijk te zorgen voor uitstroom, zal de BUIG minder belast worden.
[2] Sturen op dat werken loont, hierdoor wordt er minder gebruik gemaakt van de bijstand en het minimabeleid.
[3] Er vindt scholing plaats via de Werkcorporatie (WeCo), hierdoor worden mensen in een betere positie naar werk gebracht.

Omvang risico in euro’s:           € 2.140.000
Kans dat het risico plaatsvindt:                   Divers
Financieel effect in euro’s:           € 982.000

5. Garantstelling HVC

Omschrijving risico
De gemeente Noordoostpolder is aandeelhouder van HVC en staat garant voor deze onderneming. Daarvoor ontvangen wij jaarlijks een vergoeding van HVC. In 2025 is dat € 87.824.

Oorzaak risico
De gemeente Noordoostpolder staat garant voor een percentage van de financiering van HVC, gebaseerd op het aantal aandelen dat de gemeente heeft ten opzichte van het totaal aan uitgegeven aandelen.

Mogelijk gevolg
Inroepen van garantiestelling door banken.

Beheersmaatregel
In de algemene vergadering van aandeelhouders zijn solvabiliteitseisen vastgesteld en HVC werkt toe naar een solvabiliteit van 25%, wat verwacht wordt medio 2027 bereikt te zijn.

Omvang risico in euro’s:           € 8.782.313
Kans dat het risico plaatsvindt:                   10%
Financieel effect in euro’s:           € 878.231

6. WMO

Omschrijving risico
De burgers moeten een beroep kunnen doen op WMO als dat noodzakelijk is, ook als het budget niet toereikend is. We spreken bij de WMO-regeling van een openeinderegeling. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden welke impact bijvoorbeeld de vergrijzing zal hebben op het rijksbeleid van onder andere “langer thuis wonen”. De afgelopen jaren is het aantal burgers dat gebruik maakt van huishoudelijke ondersteuning toegenomen. Met de toekomstige invoering van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage wordt de hoogte van de eigen bijdrage bij alle maatwerkvoorzieningen afhankelijk van het inkomen. Hoe de nieuwe, inkomensafhankelijke eigen bijdrage precies uit komt te zien wordt in de komende periode verder uitgewerkt. Daarnaast is het ook niet duidelijk vanaf wanneer de wetswijziging in gaat. Welke gevolgen dit zal gaan krijgen op het aantal indicaties voor huishoudelijke ondersteuning is nog niet in te schatten. Ook de al eerdergenoemde indexatie van de tarieven kan anders uitpakken dan voorspeld. Dat deze onderwerpen onzekerheden met zich meebrengen is bij eenieder bekend, maar we zullen daar ook dit jaar weer rekening mee moeten houden.
De ontwikkelingen die worden ingezet op het gebied van beschermd wonen brengen weer nieuwe onzekerheden met zich mee. Beschermd wonen is voor mensen van 18 jaar of ouder die door psychische of psychosociale problemen 24 uur per dag ondersteuning nodig hebben. In 2022 is er een start gemaakt met de voorbereidingen van de doordecentralisatie van beschermd wonen van de centrumgemeenten naar alle gemeenten. De invoering van het woonplaatsbeginsel en het nieuwe verdeelmodel voor beschermd wonen zijn wederom uitgesteld.
Het kabinet heeft op het moment van schrijven nog geen duidelijkheid gegeven hoe met het zogenaamde woonplaatsbeginsel bij beschermd wonen wordt omgegaan. Een nieuwe streefdatum is nog niet bekend. Daarvoor moet de wet eerst door beide kamers worden behandeld. Hierdoor nemen de financiële risico’s toe, ook omdat binnen Flevoland sprake is van een afname van het totale budget van 22%. De overschotten die er tot dusver zijn en mogelijk verdwijnen worden namelijk gebruikt voor de bekostiging van andere regionale Wmo-voorzieningen. De huidige aanname laten vooralsnog voor de gemeente geen negatief effect zien. Maar de werkelijke cijfers in de toekomst kunnen leiden tot keuzes, alternatieve oplossingen of dat wel dekking moet worden gezocht.

Oorzaak risico
WMO is een openeinderegeling. Vergoeding door het rijk voor de effecten van de dubbele vergrijzing zijn ongewis. Effectuering van inkomensafhankelijke eigen bijdragen en ontwikkelingen t.a.v. beschermd wonen brengen onzekerheden met zich mee.

Mogelijk gevolg
Financiële tekorten

Beheersmaatregel
De WMO is een openeinderegeling, waarbij de instroom niet kan worden gereguleerd. Indien de voorziening noodzakelijk is, dan wordt deze gegeven. Er wordt wel getoetst op de noodzakelijkheid van de voorziening en er wordt afgeschaald waar mogelijk door regie hierop te voeren.

Omvang risico in euro’s:           € 1.400.000
Kans dat het risico plaatsvindt:                   50%
Financieel effect in euro’s:           € 700.000

7. Veiligheidsregio Flevoland

Omschrijving risico
Onder verantwoordelijkheid van het landelijk Veiligheidsberaad wordt gewerkt aan het implementatieplan voor het afschaffen van verplichte consignatie en kazernering van vrijwilligers, landelijk bekend onder de projectnaam verplichtend karakter. Als gevolg van Europese regelgeving is deze organisatiewijze niet langer houdbaar. Als één van de voorwaarden voor implementatie is gesteld dat rijksfinanciering beschikbaar moet worden gesteld. Besluitvorming hierover is al diverse keren uitgesteld en is ook in de eerste helft van dit jaar niet tot stand gekomen. Door het Veiligheidsberaad is aangedrongen op voortgang op dit dossier. Dit is meegenomen in de formatieonderhandelingen. Door het vallen van het Kabinet Schoof I is echter onduidelijk wanneer hier een beslissing over zal worden genomen. Het risico is dus hoog dat de gemeente de aankomende jaren de bijdrage aan de Veiligheidsregio moet verhogen, voor het dekken van de kosten die het verplichtend karakter met zich meebrengt. Voor de begroting 2026 wordt een incidentele bijdrage meegenomen. Voor 2027 en verder zal nog moeten worden gekeken.   

Oorzaak risico
Uitblijven financiële middelen vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid

Mogelijk gevolg
Een totaalbijdrage voor alle gemeenten in de gemeenschappelijke regeling van respectievelijk 3.5 miljoen in 2025, 4.1 miljoen voor 2026 en 5 miljoen voor 2027. De gemeente Noordoostpolder betaalt volgens de huidige verdeelsleutel 13% van de totaalsom.

Beheersmaatregel
Vanuit de Veiligheidsregio wordt gelobbyd bij het Rijk.

Omvang risico in euro’s:           € 650.000
Kans dat het risico plaatsvindt:                   90%
Financieel effect in euro’s:           € 585.000

8. Informatieveiligheid en privacy risico’s

Omschrijving risico
We zien een sterke toename van het aantal en de impact van cyber-en gedigitaliseerde criminaliteit, ook bij gemeenten. Belangrijk is om op te merken dat 100% veilig en toekomstbestendig niet bestaat; kwetsbaarheden, dreigingen en daarmee ook het informatiebeveiligingsproces, veranderen continu. Wij zijn als gemeente constant in beweging en spelen in op nieuwe ontwikkelingen en treffen passende maatregelen op basis van risicomanagement. Welke dit zijn staat beschreven in de paragraaf Bedrijfsvoering, onder het kopje Informatieveiligheid en privacy.
Hiermee doen we zo veel als mogelijk om te voorkomen dat we als gemeente gehackt worden of dat onze dienstverlening langdurig verstoord wordt. Maar de impact van een cyberincident kan heel groot zijn. Ook financieel gezien kan de impact aanzienlijk zijn. De kosten als gevolg van bijvoorbeeld een kwetsbaarheid in software, een hack of ransomware kunnen oplopen van enkele duizenden euro’s tot een paar miljoen euro. Daarnaast is het mogelijk dat de gemeente bijvoorbeeld als gevolg van een datalek of cyberincident, een boete opgelegd kan krijgen door de toezichthoudende autoriteiten.
Ook is het mogelijk dat we geen toegang meer hebben tot onze cloudomgeving waar we steeds meer data hebben opgeslagen. Het middel dat we hiervoor inzetten om dit risico te beperken is een offline-backup.
Momenteel wordt de nieuwe Cybersecurity wetgeving de NIS2-richtlijn (de opvolger van de NIS-richtlijn) vertaald naar de Nederlandse wetgeving. Waarschijnlijk zal deze vanaf 2026 van kracht zijn. Dit betekent onder meer dat zowel vanuit de autoriteit persoonsgegevens als vanuit de RDI (Rijksinspectie Digitale Infrastructuur) toezicht wordt gehouden en mogelijk boetes kunnen worden opgelegd.

Oorzaak risico
Het uitvallen van een of meerdere ICT-systemen of door een
volledige storing/hack/ransomware.

Mogelijk gevolg
De continuïteit van de gemeentelijke dienstverlening kan onder druk komen te staan en (persoons)gegevens van inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners kunnen onderschept of verwijderd worden.

Beheersmaatregel
Als gemeente zijn we wettelijk verplicht om aan standaarden met betrekking tot informatieveiligheid te voldoen, zoals de (u)AVG, NIS-2 en de Nederlandse Cybersecuritywet die medio 2026 van kracht wordt. Hiervoor zijn er beheersmaatregelen voor de overheid (BIO 2.0), maar het risico is niet uit te sluiten.

Omvang risico in euro’s:           € 5.000.000
Kans dat het risico plaatsvindt:                   10%
Financieel effect in euro’s:           € 500.000

9. Ketenpartners

Omschrijving risico
Als gemeente zijn wij onderdeel van een keten (gemeenschappelijke partijen zoals de provincie, samenwerkingspartners en leveranciers). Als gemeente zijn wij afhankelijk van leverende en uitvoerende partijen. Wanneer deze partijen onvoldoende kwaliteit leveren of onvoldoende financieel gezond zijn, heeft dit mogelijk effect op de taken waarvoor de gemeente Noordoostpolder verantwoordelijk is.

Oorzaak risico
Afhankelijkheid van de keten.

Mogelijk gevolg
Wanneer de keten niet werkt en de verantwoordelijkheid blijft, moeten eventuele leveranties of diensten bij een andere organisatie worden ingekocht. Dit kan door marktwerking leiden tot hogere kosten. Wanneer ketenpartners onvoldoende kwaliteit leveren met betrekking tot de diensten of producten die onder verantwoordelijkheid van de gemeente worden geleverd, kan er imagoschade ontstaan. De gemeente is immers aanspreekpunt.

Beheersmaatregel
Diverse controles op datgene wat geleverd wordt, bijvoorbeeld door cliënten te verifiëren. Overleggen met leveranciers, zitting in bestuur (gemeenschappelijke regelingen), etc. Voor de verbonden partijen is een nota opgesteld waarin omvang en beheer van de verbonden partijen is weergegeven.

Omvang risico in euro’s:           € 1.362.058
Kans dat het risico plaatsvindt:                   30%
Financieel effect in euro’s:           € 408.617

10. ICT: Schade door uitval van één, meerdere of alle NOP-ICT systemen

Omschrijving risico
Voor het overgrote deel van de gemeentelijke processen worden diverse processpecifieke en ondersteunende applicaties en infrastructuren gebruikt. Gedeeltelijke of gehele uitval van stroom voor deze voorzieningen is een risico voor de bedrijfscontinuïteit. In het bedrijfscontinuiteitsplan wordt bij uitval het crisisbeheersteam ingezet om mitigerende maatregelen te nemen. Uitval van het netwerk van de gemeente (geautomatiseerde informatievoorziening) en uitval van de stroomvoorziening worden hierin specifiek vermeld. Om risico's te beperken zijn en worden voortdurend maatregelen genomen om te risico's te beperken. Te noemen zijn noodaggregaat GH en GW en UPS; datacentra zijn dubbel uitgevoerd (redundant) en data veiligstellende voorzieningen. Daarnaast zorgt de ontwikkeling van leverancier voor een verplaatsing van lokale voorzieningen naar online (Cloud) omgevingen.

NB: uitval specifiek door cyber-en gedigitaliseerde criminaliteit (informatieveiligheid) is apart geduid.

Oorzaak risico
Door (tijdelijke) stroomuitval van applicaties en infrastructuur, waaronder schade door interferentie van internetfeed.

Mogelijk gevolg
Discontinuïteit van een of meerdere processen / dienstverlening

Beheersmaatregel
Er wordt reeds en aanvullend gewerkt aan vermindering van de risico's van stroomuitval (backupvoorzieningen, redundantie inbouw etc.). Door de steeds verdergaande Cloudtransitie ('verSaaSing') worden risico's voor uitval van systemen (door hacks, stroomuitval of anderzins) middels contractuele afspraken (SLA) overdragen aan de cloud-leveranciers. Met in SLA's gegarandeerde uptime van 99,9% is 0,1% uitval per jaar, 1,5 dag het equivalent.

Omvang risico in euro’s:           € 450.000
Kans dat het risico plaatsvindt:                   70%
Financieel effect in euro’s:           € 315.000

Deze pagina is gebouwd op 11/14/2025 10:07:22 met de export van 11/14/2025 08:39:10